Hamburg: havenstad met een twist
Steden met water hebben altijd iets extra’s. Hamburg, dat z’n voeten in de Elbe heeft staan, doet daar nog een flinke schep bovenop. Dit is geen gladgestreken toeristentrekkertje met louter gevels en geschiedenisboekjes – hier leeft het. In de vismarkt ruik je de ochtend al voor je ‘m ziet. In de Speicherstadt ruik je de koffie van versgebrande bonen terwijl je over houten loopbruggen balanceert. En als je ‘s avonds op een bankje zit aan de Alster, kun je zomaar het idee krijgen dat dit een stad is die er geen moeite voor doet om mooi te zijn – ze ís het gewoon.
Op straat zie je van alles door elkaar: studenten op de fiets, havenarbeiders in werkkleding, gallerygangers met een espresso to go. De Reeperbahn is er nog steeds, maar veel interessanter zijn de straten eromheen, waar alternatieve boekhandels, microbrouwerijen en vintage platenzaken elkaar afwisselen zonder zich druk te maken over hipheid.
Wie denkt dat Hamburg alleen maar ruig is, komt bedrogen uit. In de botanische tuin pluk je als bezoeker de stilte van de stad, terwijl even verderop in de Elbphilharmonie het nieuwe gezicht van architectuur en muziek schittert. Je hoeft geen liefhebber van klassieke muziek te zijn om de lift naar boven te nemen: het uitzicht is voor iedereen.
Hamburg is geen openluchtmuseum. Eerder een werkplaats. Een stad waar het krioelt, kraakt en klopt. En waar je niet doorheen loopt met een lijstje in de hand, maar met je ogen open.