Praag: een stad die niet pronkt, maar fluistert
Vergeet even het lijstje met hoogtepunten. Praag is geen stad die je in bullets samenvat. Ze laat zich het liefst langzaam bekijken: vanaf een scheef stoepje in de Malá Strana, met koffie verkeerd in de hand en een plots zingende straatmuzikant op de achtergrond. Of ‘s avonds aan de oever van de Moldau, waar de verlichte burcht zich spiegelt in het water alsof het allemaal niet zo nodig hoeft, dat groots zijn.
Er is natuurlijk veel te zien — de Karelsbrug, het astronomisch uurwerk, de Praagse burcht — maar Praag wil niet dat je erdoorheen rent. Liever dwaal je door steegjes zonder naam, ontdek je een boekencafé boven een platenzaak of blijf je hangen bij een standbeeld waarvan je de kunstenaar pas thuis googelt. De stad heeft geen haast. Ze is al duizend jaar oud.
En dan die mix. Oostenrijks-Hongaars imperium meets Oostblok-nostalgie meets hipsterbierbrouwerij. In geen enkele andere Europese hoofdstad staan barokke paleizen zo achteloos naast brutalistische flatgebouwen. Het werkt. Praag bewijst dat tegenstellingen karakter geven.
Praag is geen bestemming voor een checklist, maar voor je notitieboekje. Neem de tijd, neem de tram, neem een tweede koffie.
Praag is meerdere dagen per week makkelijk te bereiken per nachttrein van European Sleeper. Overdag reizen is ook mogelijk, maar meer geschikt voor ervaren reizigers gezien het hogere aantal overstappen. Mocht de nachttrein niet tussen de reisadviezen verschijnen, dan loont het om een andere dag van de week te proberen.